Dubbelbeeld
“Ik denk dat we jou nodig hebben”.
Met die opmerking introduceerde zij zich aan mij. Ze vertelde dat ze een succesvol bedrijf had, samen met een compagnon. Genoeg opdrachten en veel waardering. En toch stokte er iets. Het leek niet meer te stromen in haarzelf en tussen haar en haar collega. In de gesprekken die zij daar samen over voerden, werd ook duidelijk dat ze ergens elkaar ook in ‘vasthielden’. Of ik een keer met hen vanuit het systemisch perspectief mee kon kijken.
Daar zaten we, met ons drieën, aan een grote houten tafel in een oud pand. Klaar om de diepte in te gaan, op zoek naar wat de belemmering nou was. Met de systemische bril op keek ik eerst naar waar hun samenwerking begon. Wie was de initiatiefnemer, wie de eerste opdrachtgevers, wat was de energie bij de start? Waar was het samenwerken en samen een bedrijf oprichten een oplossing voor? In hun verhaal zaten al een paar pijnpunten die op tafel kwamen waar wel al eerder over gesproken was. Maar niet wat daarvan nog steeds van onbewust van invloed is op hun samenwerking. Vanuit het gegeven het samen te willen doen, werden ook de inkomsten 50/50 verdeeld. Het gelijkwaardigheidsprincipe in een gelijkheidsprincipe gevangen.
“Hoe zou het zijn om meer te gaan verdienen, succesvoller te mogen zijn dan de ander?”
“Hoe zou het zijn om meer te gaan verdienen, succesvoller te mogen zijn dan de ander?”, vroeg ik. En daar kwam een ander systeem om de hoek kijken, dat van de eigen families. Wat als je altijd voor de ander hebt moeten zorgen, jij altijd gevoeld hebt dat je net iets beter kon leren, net iets makkelijker in de sociale omgang was dan je zus? Maar dat je natuurlijk vond dat je gelijk was. Ook omdat dat van je verlangd werd om zo te denken en te handelen. De loyaliteit aan het familiesysteem in vol ornaat in de kamer, zeg maar. Hoe is het dan om innerlijk tegen je zus te zeggen: ‘het mag mij beter gaan dan jou…. ‘ Dat was al bevrijdend en ook pijnlijk. En daarna de uitnodiging om dat ook tegen je compagnon te gaan zeggen. Het ontrafelen van het dubbelbeeld wat van het familiesysteem naar het werksysteem was overgesprongen.
Naast een oprecht gunnen dat het de ander goed gaat, was er ook een gevoel van schuld bij beiden. Mag ik groots zijn? Mag ik succesvol zijn in wat ik nu aan het ontwikkelen ben? Mag ik kiezen om echt te gaan doen waar ik heel blij van word? Ook als het betekent dat ik daarmee niet op elke opdracht samen ga werken met mijn compagnon? Mag ik het touw om mijn enkels losmaken, zodat ik kan bewegen? Mag ik mezelf toestaan om mijn eigen grootsheid te tonen. In het licht te gaan staan?
En wat als jullie de 50/50 los gaan laten, omdat dat je ook klein houdt. Als je naast wat er samen is, ook zelf zakelijk mag groeien. Los van je compagnon (en los van je zus). Dat jij het succes ook mag nemen, het jouw succes mag laten zijn.
We deden nog een kleine oefening in de ruimte. Met drie plekken: de gezamenlijke plek van het bedrijf en een plek voor ieder van hen. En toen ze de blaadjes voor zichzelf neerlegden, en daar gingen staan, stonden ze allebei voor een eigen raam naar buiten te kijken. Vol in de zon die door de ramen scheen. Vol in hun eigen licht.
photocredit: ralph mayhew